HET GROOT KASTEEL VAN DEURNE

 

Gevard Everardsz van Doerne is een voorouder van mijn vrouw Anke van der Putten. Hij is ook degene, die opdracht gaf tot de bouw van het Groot Kasteel te Deurne. Ook de tweede, derde en vierde bewoner van het kasteel,  Everard, Henricus en Everard van Doerne,  waren voorouders van mijn vrouw. Nu is het kasteel een ruïne. Al deze gegevens prikkelden me om meer te weten te komen over de geschiedenis van het kasteel.

HET GROOT KASTEEL.

 

In Deurne aan het Haageind staat een ruïne van een kasteel: Het Groot Kasteel van Deurne. Het is een ruïne sinds de Tweede Wereldoorlog. Het ligt in het beekdal van het riviertje de Vlier. De oorsprong van het kasteel is te vinden in de veertiende eeuw. Het werd toen gebouwd als een donjon met vier hoektorentjes en een vierkante plattegrond. De stijl was gotisch. In de zestiende eeuw werd een vierkante hoektoren toegevoegd aan de zuidwest zijde.

De kasteelruïne gezien vanuit de lucht

De hal van het Groot Kasteel in 1912. Dit beeld kreeg men, als men na de ingang de trap naar boven had genomen. Men kijkt hier in de richting van het Haageind. De boog op de voorgrond is nog altijd aanwezig. Zou je na het betreden van de ruïne drie meter hoger staan dan tegenwoordig, dan stond je op dezelfde plek als de fotograaf van dit beeld. Het raam op de achtergrond keek dus uit over het Haageind. Links is nog net het kozijn zichtbaar van de deur die toegang gaf tot wat tegenwoordig de ruimte van Sociëteit Walhalla is

Plattegrond van de kasteelruïne.

Het kasteel telde twee verdiepingen, een zolder en een kelder. Vanuit de hal waren er links drie keldervertrekken, rechts dienstvertrekken, keuken- en provisieruimten. recht vooruit was een brede, zware eikenhouten trap naar boven.

Er waren gedeeltelijk marmeren vloeren en de wanden waren betegeld.

Op de eerste verdieping bevond zich links de eetzaal en een salon, aan de oostkant de zithal en rechts een zit-eetkamer. Op de tweede verdieping lagen de slaapvertrekken, de badkamers. Op de zolder waren logeervertrekken en kamers voor het personeel.

Achter het Groot Kasteel ligt het Dinghuis. Waarschijnlijk was dit oorspronkelijk een "neerhof" geweest, een voorgebouw van het kasteel. Vanaf de zeventiende eeuw was het de plek van de dorpsrechtbank (Dinghuis afgeleid van geding). De gevangenis bevond zich in de kelder van het kasteel. In de negentiende en twintigste eeuw werd het gebruikt als koetshuis, opslagruimte en stal. Na restauratie na de tweede Wereldoorlog werd het gemeentemuseum (Museum Het Dinghuis), waar o.a. kunst verzameld door de familie Wiegersma in werd tentoongesteld. Na 1976 werd het eerst een plek, waar een handelaar oude wapens restaureerde , later werd het in gebruik genomen als Vrije Academie voor lokale amateurkunstenaars en tenslotte werd het een horecagelegenheid.

Het Dinghuis (2002)

Om de kasteeltuin, waar het kasteel, het Dinghuis en de hertenwei zich bevindt, ligt een gracht.

Eind 19e eeuw is het terrein om het kasteel veranderd in een park in Engelse landschapsstijl. Ook vroeger behoorde dit terrein tot het kasteel, waar toen al een systeem van waterlopen in lag.

Het Klein Kasteel vanaf het Haageind

De watermolen in vroegere tijden.

De kasteelboerderij in vroeger tijden.

Foto: collectie Cis Goossens de Vet

In de buurt ligt ook het Klein Kasteel en een watermolen.

Het Klein Kasteel, gebouwd voor 1383, was de residentie van de heren van Deurne uit het geslacht Van Doerne. Het werd ook wel het "Hoff van Doirne" genoemd. Ook de namen Oud Huis, Klein Kasteel en Oud Kasteel werden gebruikt. In de 16e eeuw was het in slechte staat. Everard van Doerne, de vierde en rijke , adellijke eigenaar van het Groot Kasteel kocht ook het Klein Kasteel op met de bijbehorende heerlijkheid en vanaf toen werd het Groot Kasteel ( of Nieuw Kasteel) de residentie van de heerlijkheid.

Het Klein Kasteel was in de 18e eeuw kort in handen van plaatselijke rijken. In de twintiger jaren heeft de kunstschilder Otto van Rees hier gewoond en later kunstenaar Pieter Wiegersma.

De watermolen werd gebouwd in 1631 op de plek van een veel oudere voorganger. Die voorganger was hier rond 1370 gebouwd, ter vervanging van een watermolen aan de Kerkeindseweg. In 1816 is de molen buiten werking gesteld, omdat in het dorp een standaardmolen was gebouwd. In 1980 is het rijksmonument gerestaureerd en in 1994 is een nieuw waterrad in het sluiswerk gehangen

In de buurt ligt ook een zogenaamde hallehuis of kortgevelboerderij. Het huis is sinds 1694 in handen van de heer van Deurne. Na 1900 werd het huis opgesplitst in twee woningen. Het werd dienstwoning voor het kasteelpersoneel. In 1973 is het bedrijfsgedeelte gerestaureerd.

DE GESCHIEDENIS VAN HET GROOT KASTEEL

EN ZIJN BEWONERS.

 

Gevard van Doerne.  Voor 1397-ca. 1408.

Hij was leenman van de hoge jurisdictie, ridder en valkenier en opdrachtgever voor de bouw van het Groot Kasteel te Deurne.

In 1397 werd het kasteel leengoed van de hertogen van Brabant. Het was voor die tijd gebouwd door Gevard van Doerne. Hij kreeg het in leen terug en was korte tijd pandheer van de hertog van Brabant van de hoge jurisdictie. Hierdoor mocht hij boetes en zelfs de doodstraf opleggen bij misdaden. Hij bezat het "Huis te Deurne", zoals het kasteel aanvankelijk genoemd werd. Heer van Deurne was zijn naamgenoot en neef Gevard van Doerne, die in het Klein Kasteel woonde en leenman van de lage jurisdictie was. Daardoor was je Heer van een heerlijkheid. Beide neven hadden regelmatig een conflict over het waterbeheer .

De hoge jurisdictie ging weer vrij vlug terug naar de hertogin van Brabant. Het kasteel bleef bij de van Doernes. Het "Huis te Deurne" was oorspronkelijk een edelmanswoning.

Gevard was de zoon van Everard van Doerne en Lijsbeth Claes Scilder. Zij waren grootgrondbezitters in Deurne. Gevard zal rond 1360 geboren zijn. Zijn eerst huwelijk was met Margaretha van Boxtel. Ze kregen Amelbergis. Zijn tweede huwelijk was met Catharina Kuijst, die in Bakel geboren was. Hun kinderen waren: ridder Everart (Emont), Gevaerd, Hendrick, Willem, Luijtgard, Claes, Margriet en Elisabeth. Ook verwekte hij een kind bij Belijen Lemmen: een zoon. Hij overleed rond 1408.

Everard van Doerne. ca. 1408- voor 1462

Hij was edelman en kwartierschout van Peelland, in dienst van de Staten-Generaal.

Geboren als zoon van Gevard van Doerne en Catharina Kuijst kreeg hij een belangrijke positie in het hertogdom Brabant. Hij werd kwartierschout van Peelland. In 1456 probeerde hij de heerlijkheid en het Klein Kasteel te kopen van zijn achterneef Jan van Doerne, maar deze verkocht het aan Ywan de Mol. Everard was gehuwd met Margaretha van Amersoijen. Hij kreeg zeker de kinderen: Dirck en Hendrick.

In een akte uit 1450 werd zijn hoeve bij het kasteel genoemd.

"Everart zoon wijle Gevart van Doerne bezit een hoeve op 't Haageijnde, naast de gracht van Everarts leengoet en een cijn goederen ( hierbij horende) in de akkers van Doerne in vele stukken samen groot. 3 mud zaad en 5 bunder wei en beemd aan die AA achter de akkers.  Everart zoon wijlen Gevart van Doerne bezit een huis, erf, hof en aangelag groot een mud zaad. op 't Hageheeijnde en 3 buunder weiland aan die AA." 1450-1451 Bossche Protocol folio 251

Hij werd begraven onder het hoogkoor van de Sint-Willibrorduskerk in Deurne.

 

Hendrick van Doerne. Voor 1462 -1508

Hendrick was kastelein en rentmeester van Empel en Meerwijk. Die functie had hij tot 1789. Waarschijnlijk heeft hij ook in die tijd op het kasteel van Meerwijk gewoond. Ook vervulde hij wellicht nog andere functies zoals rentmeester van Megen en ambtman tussen Maas en Waal. Hendrick was de oudste zoon van Everard en Margaretha. Hij erfde het Groot Kasteel.

Hij trouwde met Christina van Hemert.

Hendrick, die in 1508 overleed, werd begraven in de Sint-Willibrorduskerk van Deurne, in de familiegrafkelder bij zijn echtgenote, vader en andere familie. Als sluitsteen werd een grafsteen gemaakt. In de kerk is nog zijn grafsteen te vinden.

Het grafschrift luidde: "Hier leet begraven Hendrick van DOERNE bij sijnen vader Everden van DOERNE oemen, brueder, kijnder, suster ende neve her sterf anno 1508 op `s Andriesavont en Joffr. Christina van Hemert sterf anno 1499 op `s Annadach bidt voor dese sielen."

H.N. Ouwerling schreef in zijn boek "Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden" uit 1933 hierover: "Deze mooie gotische zerk, die in elken hoek een attribuut der vier H. Evangelisten droeg en in het midden het wapen van Doerne, is weldra stuk geslagen;

De grafsteen van Hendrick van Doerne en zijn familie, tegenwoordig in de noordelijke zijtoren van de St. Willibrorduskerk, januari 2004

de stukken zijn deels aangewend als klokkegewicht en deels als plaveisel voor de stoep aan de kerk. Ik heb de zerk nog gezien denzelfden dag dat hij ontdekt werd. Een fraaie teekening is er indertijd nog van gemaakt door Aug. Sassen; ze is, jammer genoeg, verloren geraakt. "  De steen werd in 1881 vernield, maar een groot gedeelte ligt nu nog in de doopkapel.

De opvolger van Hendrick werd Everard. Hij had verder nog een zoon en twee dochters: Gevart, Hadewych en Everarda.

Everard van Doerne. 1508-1526.

Everard was edelman, hoogschout van 's-Hertogenbosch, heer van Deurne, Vlierden en Bakel.

Hij werd geboren rond 1465 als zoon van Hendrick van Doerne.

In 1508 werd hij schepen van 's-Hertogenbosch. Dat bleef hij tot 1516. Dat laatste jaar werd hij benoemd tot hoogschout van de stad en Meijerij van 's-Hertogenbosch, een hele hoge functie. Na de dood van zijn vader in 1508 erfde hij het Groot Kasteel. In Den Bosch bezat hij ook een huis. Hij wist de heerlijkheden Vlierden , Bakel (1505) en Deurne (1519 te verkrijgen. Hij kocht het Klein Kasteel op van de familie Taye. Ook liet hij het Blokhuis te Liessel bouwen.

Het Klein Kasteel vanuit de lucht.

Na zijn dood in 1526 werd het Groot Kasteel, dat slechts een edelmanswoning was, de residentie van de heer van Deurne.

Everard was gehuwd met Margaretha van Vladeracken, die vrouwe van Milheze was. Ze kregen de volgende kinderen: Hendrick Everaert Hendrick (de Oudste), Everaert, Hendrick (de jongste), Jan, Margaretha, Maria, Anna. Ook kreeg hij bij een onbekende vrouw nog twee kinderen: Philip en Christina.

In zijn testament stond het volgende:
"Den Bosch. In het huis in de Hinthammerstraat wordt ten overstaan van een notaris op verzoek van o.a. Jan van Vladeracken en Joffrouw Margaretha weduwe van Everard zoon van wijlen Henrick van Doerne het testament d.d. 5-4-1524 geopend van Everard zoon van wilen Henrick van Doerne, ridder, Heer van Doirn, Vlierden en Bakel, Hoofdschout van 's Hertogenbosch, en joffrouw Margaretha zijn echtgenote, wettige dochter van wijlen Jan van Vladeracken, heer van Geffen en Nuland. Als getuigen zijn aanwezig Philip natuurlijke zoon van Everard van Doerne en Dirck Jan Peters (kleinzoon van Gevard Willemszoon van Doerne). Testateuren hebben samen vier zoons en enige dochters. De leengoederen gaan naar de wettige zoons. De wettige dochters, die niet in een klooster verblijven, moeten door de zoons worden uitgekocht met een lijfrente van 100 rijnsguldens 's jaars. De oudste zoon Henrick krijgt de heerlijkheid Doern met het oud kasteel en de tienden van Liessel. Everard, de derde zoon, en Henrick, de vierde, delen de rest. De tweede zoon Jan, kanunnik, krijgt zijn deel van zijn broers. Tot executeurs worden benoemd heer Jan van Doern, kanunnik in Luik, Vrouwe Elisabeth van Doern, abdis van Binderen, Mr. Dirck de Borchgreeve en broeder Jan van Baerle. Bij overlijden van de eerste twee komen in hun plaats Gevart van Doerne, rentmeester van Antwerpen (in antwerps archievenblad XIII, 389 heet hij Godevaart, rentmr. van 1521-1530 en waarschijnlijk een broer van Everard) en Goyaert Symons. Bij codicil d.d. 15-4-1524 heeft Everard nog bepaald dat Philips, zijn natuurlijke zoon, na de dood van de koster van Doerne (dat was Ghevard Willemsz. van Doerne uit een bastaardtak) zal hebben het beneficie van de kosterij, dat hij zal laten bedienen door zijn zwager (Gerrit Peter Nouts), wettige man van zijn zuster Christina. Christina zijn natuurlijke dochter, en haar man zullen het schrijfambt of secretarisschap van Doern hebben hun leven lang." (10-11-1527 Jaarboek 41 (1987), Centraal Bureau voor Genealogie, pag 41 Vincent van Doerne en zijn voorouders.)

Hendrick van Doerne. 1527-1545

Hendrick, de oudste zoon van Everard, was heer van Deurne en Vlierden en kanunnik te Tongeren.

Hij werd rond 1500 geboren. Hij besloot geestelijke te worden en werd kanunnik te Tongeren. Toen zijn vader stierf in 1526 werd hij als vanzelf heer van Deurne enverkreeg hij het Groot en Klein kasteel. De andere broers erfden andere onroerende bezittingen en rechten van hun vader. Hendrick overleedn in Maaseik. Hij werd opgevolgd door zijn broers Everard, Hendrick en Jan. Everard en Hendrick gaven hun deel al snel aan Jan, die daardoor de nieuwe heer van Deurne werd.

 

Jan van Doerne. 1545-1606

In 1545 werd hij heer van Deurne en Bakel en in 1547 heer van Bakel. Hij woonde op het Groot Kasteel. Waarschijnlijk liet hij een vierkante toren tegen de noordzijde van het Groot Kasteel bouwen.

Hij was gehuwd met Josina van Erp en kreeg één dochter Margaretha, die hij overleefde. Zijn kleinzoon Wolfaart Evert van Wittenhorst volgde hem op. De heerlijkheid was nu niet meer in handen van de Van Doernes.

 

Wolfaart Evert van Wittenhorst. 1606-1619

Wolfaart was heer van Deurne. Hij was getrouwd met Josina van Malsen. Hij kreeg twee kinderen. Hij werd opgevolgd door zijn dochter Margaretha.

 

Margaretha van Wittenhorst. 1619-1645.

Zij was vrouwe van Deurne, Rossum en Broekhuizen. Zij werd in 1604 gedoopt en vernoemd naar haar jong overleden grootmoeder. Op al vijftienjarige leeftijd volgde zij (ook wel Wilhelma Margate genoemd) haar vader op. Ze werd vrouwe van Rossum en Broekhuizen. Zij huwde eerst met Arnold IV Huyn van Geleen. Ze kregen twee zonen. Wolfaert Arnold , de oudste zoon, werd heer van Horst, terwijl Johan heer werd van Deurne. Later trouwde ze met Karel Diederik van Pallandt en kreeg nog een dochter. Margaretha overleed 10 juli 1654 te Broekhuizen.

Het wapen van de familie van Wittenhorst.

Johan Francois Godefroit Huyn van Geleen. 1645-1649

Hij was heer van Deurne.

 

Willem de Lamargelle. 1649-1651

Willem was edelman. Hij was bannerheer van Kettenhofen en hoogschout van Mechelen, misschien ook heer van Eysden. Hij was gehuwd met Anna Huyn van Geleen. In 1649 kocht hij de heerlijkheid Deurne van zijn schoonzoon Johan Godefrois van Geleen. Al snel verkocht hij de heerlijkheid en het Groot Kasteel in 1651 aan Rogier van Leefdael. Alle verwantschap met de familie van Doerne was hierna verdwenen.

 

Rogier van Leefdael. 1653- 1699

Rogier was de eerste protestante heer van Deurne en Liessel en rentmeester der geestelijke goederen. Ook was hij heer van Lieferinge.

Rogier kwam uit Amsterdam.

 

Rogier van Leefdael liet een grote aanbouw in classicistische stijl plaatsen aan de oostzijde van de middeleeuwse donjon. Het werd een poortgebouw, een vierkante toren aan de oostzijde en twee vierkante hoekschoorstenen. Bij de voormalige kasteelboerderij werd een lokaal bijgebouwd en maakte er het Dinghuis van. Hij overleed in den Bosch op 16 mei 1699. Zijn oudste zoon Johan volgde hem op.

 

Johan van Leefdael. 1699-1714.

Hij was heer van Deurne en Liessel en rentmeester der geestelijke goederen. Net als zijn vader verbleef hij veel in Den Bosch. Hij was er schepen en president-schepen. Hij was toch wel betrokken bij Deurne. Hij liet in 1700 nieuwe stucplafonds aanbrengen in het groot Kasteel.

Hij bleef ongehuwd, zodat zijn bezittingen overgingen naar zijn neef Gerardus Sulyard.

 

Gerardus Sulyard. 1714-1728

Hij was heer van Deurne en Liessel.

Sulyard volgde zijn oom op, die kinderloos was overleden. Hij was kapitein in dienst van de Republiek en verbleef slechts in de zomermaanden in Deurne met zijn echtgenote Anna Maria Spiering en hun zes kinderen. Sulyard ging in 1728 failliet en moest de heerlijkheid van de hand doen.

 

Balthasar Coymans. 1728-1759

Hij was heer van Deurne en Liessel, Amsterdams koopman. Hij was ook commissaris van de honderdste en tweehonderdste penning te Amsterdam, kerkmeester van de Zuiderkerk te Amsterdam, dijkgraaf van de Beemster

Het kopen van het groot Kasteel was voor hem een belegging.

De familie Coymans (1728-1759) en later De Smeth (1759-1949) gebruikten het kasteel vooral als verblijf voor de zomer en de feestdagen. Huurders (kasteleins) hielden het voor de kasteelheer in stand, zoals de families Van Dueren, Wijchgel, Van Noort en Van Riet. Later bewoonden enkele eigenaren zelf het kasteel nog.

Omdat Balthasar niet getrouwd was en dus kinderloos bleef werd de heerlijkheid verkocht aan Theodorus de Smeth.

 

Theodorus dee Smeth. 1760-1772

Hij was heer van Deurne, Liessel, Alphen en Rietveld.

Ook hij kwam uit een Amsterdams koopmansgeslacht. Ook was hij bankier. Omdat hij ook zaken deed voor de Russische tsarina Catharina de Grote werd hij 1772 postuum tot Russisch Rijksbaron benoemd. Ook met de Verenigde staten deed hij zaken. In 1742 was hij schepen van Amsterdam en kapitein der burgerij in Amsterdam. Hij kocht in 1760 de heerlijkheid Deurne en Liessel en in 1766 Alphen en Rietveld. Theodorus was gehuwd met Johanna Willemina van Ghesel en na haar dood in 1749 met Agatha Alewijn. Hij had twee zonen, Pieter en dirk en een dochter Brechtje.

Theodorus de Smeth veranderde in de achttiende eeuw het een en ander. Om de middeleeuwse muren kwam een sobere gevel met raampartijen. De tussenruimte werden lange smalle kamers. Het poortgebouw liet hij afbreken.

Na zijn dood volgde zijn weduwe hem op.

 

Agatha Alewijn. 1772-1801

Zij was vrouwe van Deurne, Liessel, Alphen en Rietveld. Zij had de nodige invloed op het lokale bestuur en wist ook het Klein Kasteel weer te verwerven, dat al eerder uit handen was gegaan. Ze werd na haar dood opgevolgd door haar kleinzoon Theodorus baron de Smeth.

Afbeelding gemaakt door J.F. Christ in 1841

Deurne, gravure door Caspar Bouttats.

Theodorus baron de Smeth. 1801-1859

Hij was heer van Deurne, Liessel, Alphen en Rietveld. Hij had een carrière in militaire dienst, werd ritmeester in Hessische dienst, kapitein der Generale Staf. Hij kreeg voor deze loopbaan de Militaire Willems Orde, vierde klasse. Ook was hij actief in de provinciale politiek van Noord-Brabant. Hij had overal veel grond. Zijn portret moet in het Groot Kasteel gehangen hebben, maar is bij de brand in 1944 verloren gegaan.

 

Henri baron de Smeth. 1859-1870

Hij was heer van Deurne, Liessel, Alphen en Rietveld.

Exterieur van het Groot Kasteel in 1889. Generaties Deurnenaren hebben het Groot Kasteel op deze manier gekend

Exterieur van het Groot Kasteel na de verbouwing van 1906-1908. Na het wegbreken van de sobere ommanteling met vele blinde raampartijen kreeg het kasteel zijn uiterlijk zoals het tussen ca 1660 en 1760 eruitzag. Het kasteel heeft uiteindelijk maar 36 jaar in deze vorm bestaan.

Theodore baron de Smeth. 1870-1924

Hij was titulair heer van Deurne en Liessel.

Hij liet tussen 1906 en 1908 het kasteel weer restaureren in de staat voor de verandering van de eerste de Smeth. Bepaalde onderdelen moesten herbouwd worden, maar het kasteel zag er weer uit , zoals het er in 1660 had uitgezien.

In 1914 stelde Theodore baron de Smeth het Groot Kasteel ter beschikking aan het rode Kruis.

 

Henriëtte Marie Rudolphine Fagel. 1924-1929

Zij was de weduwe van Theodore en titulair vrouwe van Deurne en Liessel.

Theodore baron de Smeth van Deurne. 1929-1949

Hij was titulair heer van Deurne en Liessel, burgemeester van Batenburg, Appeltern en Jutphaas. Hij erfde het Groot Kasteel en het Klein Kasteel van zijn oudtante. Hij ging er later met zijn secretaresse Maria Johanna Snethlage wonen. Hij ging er paarden fokken. Ook was hij actief betrokken bij sportverenigingen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het verzet, maar werd op het laatst in de gaten gehouden door de Duitsers. Op het eind van de Tweede wereldoorlog hielden zich enkele SS-ers schuil in het kasteel, dachten de geallieerden. Daarom schoten zij op 24 september 1944 het kasteel in puin. Er ontstond een brand. De hele inboedel, waaronder schilderijen van Antoon van Dyck en Peter Paul Rubens ging verloren.

Theodore en zijn secretaresse overleefden in de kelder de verwoesting van het kasteel. Zij trouwden in oktober 1944 en trokken in bij het gezin van Pieter Wiegersma , die in het Klein Kasteel woonde. In 1948 vertrokken ze naar Bussum.

In 1949 werd het Goot Kasteel aan de gemeente Deurne verkocht.

De bewaard gebleven middeleeuwse westgevel van het Groot Kasteel na de consolidatie in 2002 (foto uit maart 2003

Na de oorlog werden er plannen gemaakt voor herbouw, maar die gingen niet door. In 1952 werd de ruïne onder leiding van architect Cees Geenen geconsolideerd, waar bij sommige delen afgebroken werden en andere hersteld. In 2002 vond er weer een consolidatie plaats door de gemeente, die eigenaar was geworden. De titel Heer van Deurne verdween hierdoor. De ruïne werd eerst theehuis, later Oudheidskamer en vanaf 1966 verhuurd aan Sociëteit Walhalla.

DE FAMILIE VAN DOERNE EN

DE AFSTAMMINGSLIJN NAAR ANKE VAN DER PUTTEN.

 

We beginnen de stamlijn en geschiedenis van de familie van Doerne, voor zover deze onderdeel uitmaakt van de stamlijn van mijn vrouw met Ridder Thomas van Baeckel.

 

Ridder Thomas van Baeckel werd rond 1155 geboren te Meijel (Limburg). Een zoon van hem was Ghevert. Misschien had hij ook een zoon Henricus.

 

Ridder Gevardus (Ghevert) van Baeckel werd voor 1180 geboren. Hij was getrouwd met Emondsdr. Van Gemert, uit het geslacht Van Gemert uit Gemert. Hij kreeg twee kinderen. Waarschijnlijk was hij Meijer (rentmeester) voor de bezittingen van de abdij van Echternach, die goederen had in Deurne. Hij had banden met de familie Horne. Hij woonde rond 1200 op Ter Vloet te Deurne.

 

Emondus (misschien Ghevert) van der Vloet van Deurne werd rond 1215 in Deurne geboren. Hij woonde ook op Ter Vloet en overleed rond 1304. Hij had een zoon Willem, een Ghevardus, Henricus en Johannes.

 

Ridder Gevard (Gheijvardus) van der Vloet van Doerne kwam rond 1270 ter wereld. Hij was gehuwd met Katharina de Pomerio van Rode de Bogaert. Hun kinderen waren: Gevaert, Everard, Willem, Robbert, Walburgis, Nicolaes, Arnoldus en Hadewijch. Voor een som van 36 pond ouden groten had hij zich verbonden om Hertog Jan III van Brabant te dienen in de oorlog tussen Engeland en Frankrijk met 11 ruiters, voorzien van helmen. Hij was lid van het Seendgericht in Helmond. Hij was eigenaar van hoeven ter Vloet te Deurne. Hij verbleef afwisselend op hoeve ter Vloet en in 's-Hertogenbosch.

 

Ridder Everard Gevaerts van Doerne kwam rond 1305 op de wereld. Hij huwde eerst met Margriet Goossensdr. en daarna met Elisabeth Niclaes Scilder. Ze kregen de kinderen: Gevaerd (Gerard) Everardszn. , Jonkvrouw Margriet , Nicolaes (Claes), Kathalijn, Elisabeth, Goessen, Rogier. Hij was ridder en Heer van Deurne. Arnt Stamelaert verkocht hem het goed te Loen in de parochie van Doerne, alsmede de tienden van Liessel, welke eerder in het bezit waren van Ghevard van Dorne zijn vader.

Hij overleed rond 1380.

 

Gevard van Doerne. Hij werd rond 1350 geboren. Hij is de opdrachtgever voor het Groot Kasteel.

De info over hem is te vinden bij het hoofdstuk "De geschiedenis van het Groot Kasteel en zijn bewoners."

Vanuit Gevard lopen er twee afstammingslijnen , die verderop weer samenkomen. Het gaat om de zonen Hendrick en Everardus.

Hendrick van Doerne.

Hij werd rond 1405 geboren. Van een onbekende vrouw had hij de kinderen: Gevard, Everaerd, Jan en Willem . Hij was Vorster van Deurne. Hij overleed 7 april 1470.

 

Gevard van Doerne.

Hij werd rond 1450 geboren en was gehuwd met Mechteld Petersdr Verdonschot. uit dit huwelijk kwamen de kinderen Gerard, Arnoldus, Peter en Hendrik.. Ook kreeg hij een relatie met Luijtgard Thomas Verbakel en kreeg met haar een dochter Cecilia. Hij kreeg van Jonker Wessel van Boetzelaer 2 vijvers bij de windmolen van Doerne en kocht van hem "vorsteraijen van 't Derp Dorne".

Gevard gaf bepaalde goederen in Doerne op de Wolfsberch in vruchtgebruik aan Luytgard dochter van Thomas Bakermans en in eigendom aan Cecilia, zijn natuurlijke dochter bij Luytgard. Aert en Peter, wettige zoons van Gevard Henricks van Doerne, beloofden Cecilia een jaarlijkse erfrente.

 

Peter Gevaerd van Doerne.

Hij kwam rond 1480 ter wereld en huwde met Catharina Goijaerts Verasdonck. Ze kregen de kinderen Gevaerd, Barbara (Berbel), Bernaert, Evert, Katharina, Mariken, Anna Peters, Jacob Peters. Peter was kerkmeester in Deurne.

Hij overleed in 1544.

 

Gevaerd Peter van Doerne.

Hij werd geboren rond 1505 en huwde met Margriet Jan van Erp. Ze kregen het volgende gezin: Jan, Sijmon, Peter, Henrick, Katharina, Maria, Jenneke, Anneke en Everardus.

 

Everardus Gevaerd van Doerne.

Hij werd rond 1530 geboren en huwde met Agatha Geverds van de Zeijlberch. Ze kregen de kinderen: Bernaert, Margriet en Nicolaus.

Everardus van Doerne.

Zie: hoofdstuk "De geschiedenis van het Groot Kasteel en zijn bewoners."

 

 

 

Hendrick van Doerne.

Zie hoofdstuk "De geschiedenis van het Groot Kasteel en zijn bewoners."

 

 

 

Everard van Doerne.

Zie hoofdstuk "De geschiedenis van het Groot Kasteel en zijn bewoners."

 

 

Christina van Doerne. Zij werd rond 1500 geboren. Zij trouwde met Mr. Gerard Peter Nouts. Ze kregen de kinderen: Elisabeth, Sophia, Laurentius, Philip en Evert. In de erfenis van haar vader stond: Christina zijn natuurlijke dochter, en haar man zullen het schrijfambt of secretarisschap van Doern hebben hun leven lang. Gerard Nouts was notaris, schoolmeester van Deurne en secretaris van Deurne. Hij was geboren in Oostmalle bij Antwerpen.

Handtekening van Gerard Nouts en het zegel van Deurne.

Evert Nouts. Hij werd rond 1530 geboren en huwde Agnes Michiel Colen. Hun kinderen waren: Michiel, Jan en Margriet.

Nicolaus Everts van Doerne, geboren ca. 1568, was gehuwd met Margriet Evert Nouts.

Ze kregen de kinderen: Margriet, Evert, Jan , Agnes, Christina, Agatha, Ghevard en Michiel. Hij was herbergier, borgemeester van Deurne en schout.

In 1635 verklaarde Margriet, ziek te bed liggend: "dat zij met haar man op 7 januari 1634 een testament heeft gemaakt. Zij wenst dat dit testament naar de letter wordt uit gevoerd."

Zij vermaakten hun goederen op de langst levende, met gelijke erfrechten voor al hun kinderen. Met legaten aan hun oudste zoon Michiel, een huwelijksgift aan de kinderen Everaert, Gevaert, Jan, Grietken, Neesken en Agneta van elk fl. 50,- een koe, een kist en lijfgoed met huisraad. Precies zo als Michiel reeds genoten heeft. Verder vermaakte de moeder aan haar dochters: Grietken haar beste rok, Neesken de beste huik, Christina een gouden ring, en Agneta diende gelijk de andere dochters gekleed te worden.

 

Michiel Claes Everts van Doerne werd rond 1590 geboren. Hij trouwde voor 1615 met Goortje Willem Gevarts NN. Met haar kreeg hij Everardus Gielens Claes van Doerne en Agatha. Hij trouwde daarna met Anna Lucas Nelen van den Bogaert en kreeg met haar ook nog een kind. Michiel was leenman te Aarle-Rixtel, herbergier en boer.

Hij huurde “een hoeve bij het huis tot Doerne met landerijen en houtwas..” Hij erfde als zwager wat legaten van Grietken Philips Dors, die besmet was met “de haastige ziekte” of wel de pest.

Michiel werd ook gearresteerd, omdat hij kinderen de school zou hebben uitgeslagen, toen de schoolmeester afwezig was. Dit voorval heb ik uitgebreid beschreven bij "Voorvallen van voorouders. Korte impressies van enkele gebeurtenissen. 6. Uit de school geklapt."

 

Everardus Gielens van Doerne werd rond 1612 geboren. hij trouwde rond 1640 met Catharina (Lijneke) Hendrix van Gassel. Hij kreeg met haar Antonet, Joanna (Jenneke), Nicolaes, Margareta, Godefridus, Goort, Maria Evarts. Hij overleed waarschijnlijk rond 1688.

 

Nicolaes (Claes) Evert Gielens van Doerne werd rond 1650 geboren. Hij huwde 6 augustus 1688 met Allegonda (Aelke) Aerts Hendrik Jacobs. Ze kregen Maria, Catharina, Everardus en Antonia. Hij huwde ook nog met Elisabeth (Lijsbeth) Cornelissen Smits. Hij werd begraven op 20 februari 1723 te Deurne.

 

Antonetta Claes van Doorne (Doerne) is de laatste in de afstammingslijn van de Van Doernes. Zij werd gedoopt op 28 februari 1702 te Deurne. Zij huwde op 24 februari 1726 met Hendrik Hikspoors. Ze kregen drie kinderen: Wilhelmus, Allegonda en Helena.

Antonetta overleed 21 augustus 1730 een paar weken na de bevalling van Helena.. In 1737 wilde zoon Willem priester worden. er kwamen de volgende verklaringen: "Hendrik Frans Konings oud omtrent 70 jaren, en Antoni Zeger Hurkmans oud omtrent 66 jaren verklaren op verzoek van Hendrik Willem Hikspoor dat deze een zoon heeft verkregen bij wijlen zijn vrouw Antonet Claas van Deurne. Zij is een wettige dochter geweest van wijlen Claas Everts van Deurne en van Alegonda Aart Hendrik Jacobs. Deze was wederom een dochter van wijlen Aart Hendrik Jacobs. Deze zoon wil voor priester leren. Verklaring op verzoek van Hendrik Willem Hikspoors door Hendrick Frans Konings, oud 70 jaar, oud-borgemeester, en Antoni Zeger Hurkmans, oud-gemeentemeester, oud 66 jaar. Hendrik Willem Hikspoors heeft zijn zoon Willem in wettig huwelijk verwekt aan Antonet Claas van Deurne, wettige dochter van Claes Evers van Deurne en Allegonda Aert Hendrick Jacobs. Deze laatste was een dochter van Aert Hendrick Jacobs. Hendrick wil zijn zoon Willem laten studeren voor priester. Substituut secretaris Antony La Forme verklaart dat zoon Willem sedert februari 1733 tot maart 1737 'swinters bij hem school heeft gegaan. Hij kan redelijk lezen en is van een stil en zedig humeur"

Hendrik hertrouwde in 1732 met Catharina Willem Goossens en kreeg nog de kinderen Anetta, Petrus, Henricus, Henricus, Gertrudis, Josephus, Antonius, Antonia (Antonet), Wilhelmus.

 

Helena Henrici Hikspoors werd 6 augustus 1730 geboren. Zij trouwde op 9 mei 1756 te Deurne met Hendrik Lourensse. Ze kregen drie kinderen: Antonia, Maria en Henrica. Zij overleed 18 april 1815 en Hendrik op 29 april 1766.

 

Maria Lourense werd 8 februari 1762 te Deurne geboren.Ze trouwde 20 september 1789 met Lambertus van Rijt.

Over de volgende personen in de afstammingslijn is meer informatie te vinden bij "De vooroudergeschiedenis van Anke van der Putten."

 

Antonie van Rijt

 

Bernardus van Rijt

 

Anna Maria van Rijt, gehuwd met Johannes Martinus van der Putten.

 

Johan van der Putten, gehuwd met Maria Ketelaars.

 

Anke van der Putten, gehuwd met Willem den Brok.

 

Er is ook een afstammingslijn van Gevard van Doerne, de stichter van het Groot Kasteel naar Maria Ketelaars, de moeder van Anke. Deze lijn is ook al beschreven in "Verbindingen. Allemaal familie."

Bronnen:

 

0 Wikipedia: Groot Kasteel

0 Deurnewiki: Groot Kasteel

0 Land van de Peel (www.landvandepeel.nl): Kasteeldomein Haageind.

0 De historie van het Groot Kasteel van Deurne van 1397 tot nu. Tekst Luuk Keunen. (www. walhalla-deurne.nl)

0 Brabants erfgoed: Groot Kasteel van Deurne (www.brabantserfgoed.nl)

0 Huis te Deurne/Groot Kasteel (www.kastelennederland.nl)

0 Geneanet: http://gw.geneanet.org/denbrokw   :  van Doerne.

Willem den Brok, oktober 2022.

Bijgewerkt tot oktober 2022.

 

Wil je terug naar de homesite, klik op: Voorouders. Genealogie door Willem den Brok.